niemanders-logo

DONEER
op voordekunst.nl

niemanders-logo

Rocco's Column

Een live-album exclusief voor gedetineerden en single ‘Oblawa’ voor de rest van de wereld!

Augustus 2022

Wij, De Niemanders, begonnen afgelopen zomer in een Nederlandse gevangenis, aan een nieuwe concertreeks, eigenlijk een mini-festival. Drie optredens van elk een dikke vijf kwartier voor de verschillende afdelingen. Sommige afdelingen pasten niet bij elkaar, anders zouden we wel één groot optreden hebben verzorgd, maar er zijn net als in onze maatschappij ook binnen de muren grote verschillen, en het verschijnsel water versus vuur is daar ook prominent vertegenwoordigd. Het zou een monumentale bonje hebben veroorzaakt. 

Het podium was op de binnenplaats, een grauwgrijze plek waar de enige afwijkende kleur het groen van het kunstgrasveldje, waarop een partijtje gevoetbald kon worden, was. 

In de maanden daarvoor hadden we een serie wekelijkse repetities gepland en op een gegeven moment hadden we een aantal zangers/rappers/muzikanten bij elkaar die het samen met ons wel aandurfden. Naast een handjevol liedjes van De Niemanders en een paar songs van Johnny Cash, wilden we ook nummers spelen die de kerels zelf wilden zingen en langzaamaan werden de favoriete liedjes in de groep gebracht. Een Pools lied, een protestlied uit de tijd van het communisme, mierzoete ballads van onder andere Shania Twain, de bajesclassic ‘Schijn een lichie op mij’ van Drukwerk en de onverwoestbare reggae van good old Bob Marley. Bob leeft. Zoveel was duidelijk. Tijdens de eerste uitvoering van diens ‘I shot the sherrif’ begon rapper L. ( die eigenlijk pas later in het programma zijn ding zou doen) spontaan te freestylen over een aantal interne bajeszaken. Het swingde allemaal als de neten en op de binnenplaats zat iedereen loom en relaxed mee te bewegen op deze Jamaicaanse vibe.

Nadat L. gretig en grijnzend van zijn applaus had genoten, speelden we Danny Vera’s Rollercoaster, dat door ondergetekende werd aangekondigd: ‘En dan nu een lied over een grote ramp op een kermis.’

Het leven rondom detentie is ook wel een rollercoaster en een regelrechte kermis bovendien, dus zover bezijden de waarheid was deze spontane melige omschrijving niet. Dat werd beaamd door gedetineerde W. die het nummer daarna prachtig vertolkte. W. en V. zongen wat later ook nog ‘All of me’ van John Legend, en wat deze versie mede zo indrukwekkend maakte was dat een aantal mensen, staand in de palle zon tegen de gevangenismuur aan, met hun ogen dicht de tekst meezongen. Zulke taferelen, die zie je niet elke dag. Buiten deze muren, rondom de P.I., werd overigens gepatrouilleerd. Er was een kans dat er een pakketje drugs over de muren zou worden gegooid, en als dat zou gebeuren, was het hele festival meteen voorbij. Er hangt in de bajes eigenlijk altijd wel ‘iets’ in de lucht.

Gedetineerde V. had tevens een speciaal nummer geschreven voor de ouders van een vermoord kind. Een dochter van begin twintig.
V. had in de bibliotheek het boek gelezen dat de vader had geschreven over deze verschrikkelijke gebeurtenis. Dit verhaal had V. diep geraakt. De ongelukkige dochter was een danseres geweest en V. had als extra ode allerlei ritmes, waar zij zo van hield om op te dansen, in de begeleiding verwerkt.
V. was bloednerveus, en ondanks dat hij een kleerkast was, voelde hij zich maar een klein mannetje achter zijn piano. Wij vonden zijn kwetsbaarheid stoer. Het was soms op het randje van pijnlijk om naar te luisteren, doordat de tekst zo door je ziel sneed. De vader en moeder van het meisje zaten tijdens de derde show pal voor ons toen we het nummer speelden. V. zong het met diepe affectie, je kon een zakje wiet horen vallen. 

Toen was het showtime voor gedetineerde L., die een tekst rapte over zijn overleden zoon, en wij begeleidden hem met de muziek van Jimi Hendrix’‘All along the watchtower’. De gedetineerden joelden en klapten voor L. hun handen beurs. Tijdens de sessies daarvoor was L. nogal onzeker, maar tijdens de show had hij de flow helemaal te pakken. Toen was gedetineerde T. aan de beurt. T. is geen echte zanger (volgens hemzelf) maar hij had wel wat te vertellen. Volgens ons kan je met drie akkoorden en het heilige vuur heel wat krachtigs teweeg brengen en kan het ‘teveel zanger zijn’ ook de tekst wel eens in de weg zitten. Daar had T., een beer van een kerel, geen last van. Hij legde kalm in gebrekkig Nederlands/Engels uit, waar het nummer over ging. Tijdens de repetities had hij ons ook al menigmaal verteld hoe het er toentertijd in Polen aan toe ging: ‘Jai, Rocco, met jai langue haren, commoenisma, no good for you.’

T. had nog nooit opgetreden en nu ging hij dat voor zijn medegevangenen doen. Geestdriftig spuwde hij de Poolse tekst over de menigte uit. Het was een protestlied, Oblawa, en op een handjevol Polen na begreep verder niemand waar de tekst over ging. Maar net als ooit met Jacques Brel, waar non-francofielen ook geen snars van begrepen, kwam het wél over, want werkend op zijn gitaar en zingend met zijn hevig transpirerende hoofd wist je: dit is echt, dit is the real deal en de tekst en voordracht van T. vibreerden dan ook over de binnenplaats.  

Nadat we de drie shows gespeeld hadden was het profiel van de stembanden er wel aardig afgesleten, maar  de stemming was opperbest. Vrijwel meteen moest iedereen weer naar binnen op cel en we namen afscheid van onze muzikale bajesklanten met een ‘untill we meet again’-blik. 

Op weg naar huis dacht ik aan hun aanstaande nachtrust, of ze ervan zouden wakker liggen, grijnzend en herbelevend, of erover zouden dromen. Waarschijnlijk beide. Ik wel in ieder geval. 

Onze producer, Rick, had alle drie concerten opgenomen en er daarna een goede mix van gemaakt. Veel werk. Een kleine twee maanden later organiseerden we een luistersessie in de bajes met de mensen die mee hadden gespeeld. We wilden de laatste puntjes, hun feedback horen voor de uiteindelijke mix. Het was grappig om mee te maken dat zij exact zo reageerden als ik  deed toen ik net begon als muzikant. Er kwam geen slak meer van zijn plek door de karrenvrachten zout die er op gelegd werden. Niemand vond zichzelf goed. Doordat we onze ervaring hadden konden we ze richting het besef, dat het écht wel goed was wat ze gedaan hadden, masseren. W., die net als ik groot Elvis-fan is, keek me bedremmeld aan. ‘Dit heb je geweldig gedaan man,’ zei ik tegen hem. ‘Ik weet heus wel wat je voelt hoor, maar geloof me, als de eerste confrontatie is weggeëbd, ga je jezelf waarderen. Vertrouw me nou maar.’

Tegen T., de zelfbenoemde non-zanger, zeiden we: ‘Kerel, we willen graag van jouw nummer, Oblawa, een single maken!’ Hij kon het niet geloven. ‘Wat? Ies no good Rocco!’ ‘Jawel man, het is een recht voor zijn raap liedje. Gewoon puur en krachtig.’ T., sloeg zijn ogen neer, en zuchtte diep en goed hoorbaar. Toen zagen we langzaam  trots het ongeloof van zijn gezicht drukken en een lichte krul rond zijn bovenlip verscheen. Hij keek me aan. ‘Ja, toch?’ zei ik knipogend tegen hem. Toen was dát beklonken.
Inmiddels hebben alle gedetineerden een live cd van het optreden op cel en jullie kunnen vanaf 27 januari genieten van ‘Oblawa’, Beluister de track hier: https://orcd.co/oblawa


Sponsors